Redelijk goede, oude prothese

Heel efficiënt, snel en voordelig kunt u ook een vervangende prothese maken op een alternatieve manier. Het is een snelle methode maar de oude prothese moet in principe nog wel redelijk goed zijn, hij mag wel oud en verkleurd zijn maar de randen en de positie van de a-lijn moeten redelijk kloppen. Deze methode is heel goed toepasbaar als de patiënt eigenlijk tevreden is met de bestaande prothese maar dat hij deze vernieuwd wil hebben omdat de prothese wat oud is geworden; esthetisch is er niet veel mis mee. Deze manier van werken is zeer zeker ook geschikt voor hele oude en soms dus lastig te behandelen patiënten waarbij je niet te veel aan de bestaande situatie wilt veranderen.

U gaat als volgt te werk

kort de randen waar nodig in, slijp de ondersnijdingen goed uit de prothese. Daarna bouwt u de randen op, met name de tubera, a-lijn,  het gebied van de spina mentalis en de aanhechtingsplaats van de musculus masseter aan de onderkaak zijn belangrijk in deze. Daarna maakt u, net als u bij een relining zou doen, afdrukken in de bestaande prothese. Eventueel maakt u met Futar nog een maximale occlusie registratie. U bespreekt met de patiënt de wensen over tandstand, kleur en vorm en geeft deze informatie aan de tandtechnicus door middels de techniekbon.

In het lab

De tandtechnicus giet de afdrukken uit, plaatst deze in de artikulator en verwijdert de protheses van de modellen. Hij maakt alginaatafdrukken van de bestaande VP om opstelgegevens beschikbaar te hebben. De bestaande prothese gaat weer naar de patiënt, meestal dezelfde dag nog. Dit moet van tevoren goed gecommuniceerd worden tussen de praktijk en het lab.

Oude prothese snel retour

De prothese moet zoals gezegd snel terug naar de patiënt, omdat de randen ingekort zijn en de ondersnijdingen uit de prothese geslepen zijn zal de VP niet zo goed meer passen. Een laagje tissue conditioner doet wonderen in deze situatie.

Van afdrukken in één keer naar de pasfase

De tandtechnicus kan met de gegevens die nu vast liggen meteen een opstelling maken, de beet ligt vast en de definitieve modellen zijn klaar. Meestal kijken we goed naar de bestaande VP en hanteren we de destijds gebruikte opstelmethode om niet teveel verschillen te krijgen tussen oud en nieuw. Na ongeveer een week krijgt u de nieuwe VP aangeboden om te passen, daarna kan de prothese meestal zonder problemen geplaatst worden. Als basis is immers de oude prothese gebruikt, verder is alles nieuw. Nogmaals, de bestaande prothese moet in principe nog wel goed zijn anders dupliceer je de fouten van de oude in de nieuwe prothese en daar schiet niemand iets mee op.

Voordelig

De directe methode is bij uitstek geschikt om een bestaande volledige bovenprothese (of onderprothese) te vernieuwen. U gaat dan op dezelfde manier te werk als hierboven omschreven, u maakt dan een alginaat afdruk van de antagonerende zijde. Naast de efficiëntie en de eenvoud is de directe methode ook nog voordelig; u spaart per VP twee gipsmodellen, twee kunststoflepels en de registratieplaten uit en natuurlijk een paar zittingen.